Vanaf 1 mei 2001 moeten bestuurders op gelijkwaardige kruisingen (en ook T-kruisingen) voorrang verlenen aan alle bestuurders die van rechts komen.

Het gaat hier om bestuurders. Bestuurders zijn alle weggebruikers, behalve voetgangers.
Het gaat hier dus niet alleen om bestuurders van een motorvoertuig,  maar ook fietsers, bromfietsers, en dergelijke.

Hoe zit het nu met rolstoelen en overige vervoermiddelen voor mensen met een handicap?
Volgens de wet (RVV def. r) wordt onder een invalidenvoertuig verstaan een voertuig dat is ingericht voor het vervoer van invaliden. Dit betekent dat hieronder vallen handrolstoelen, zowel zelf voortbewogen als geduwd, verder electrische rolstoelen, scootmobielen en voertuigen zoals Aurola's en dergelijke.
Verder is in de wet (RVV art. 7) vastgelegd dat bestuurders van een invalidenvoertuig gebruik mogen maken van trottoir, het voetpad, het fietspad of de rijbaan.
De keus wordt dus vrijgelaten, echter het is vanzelfsprekend dat per vervoermiddel de meest geschikte optie wordt gekozen, dus bijvoorbeeld rolstoelen bij voorkeur op het trottoir of voetpad.

Wanneer is nu binnen deze categorie sprake van een bestuurder?
Invalidenvoertuigen die zich op het trottoir of voetpad bewegen volgen de regels van voetgangers, en zijn dus geen bestuurders.
Alle zich op rijbaan bewegende invalidenvoertuigen zijn bestuurders. Het maakt dus hierbij niet of het een handbewogen rolstoel of bijvoorbeeld een scootmobiel betreft.

Voorrang is geen recht!
U mag dus geen voorrang némen! Voorrang moet je krijgen. Neem bij twijfel geen risico en laat de ander gewoon voorgaan!